Over Het belang van vitamine D voor mens en dier

Het belang van vitamine D voor mens en dier

Avondlezing door prof.em. dr. H.A.W. Hazewinkel georganiseerd door de Rotterdamsche Chemische Kring.

Informatie over de lezing, in de bewoordingen van de spreker:
Een eeuw geleden publiceerde E. Mellanby resultaten van zijn onderzoek bij honden die uitsluitend meel gevoerd kregen en een skeletaandoening ontwikkelden die sprekend lijkt op rachitis ( “Engelse ziekte”) bij kinderen. Rachitis werd veel gezien bij kinderen die in steden opgroeiden tijdens de urbanisatie en industrialisatie van Engeland, in het begin van de vorige eeuw en waarvan de oorzaak tot dan toe onbekend was. Rachitis, gekenmerkt door kromme botten, bleek bij deze proefhonden genezen te kunnen worden met levertraan, waarin van nature een substantie zit die vitamine D werd genoemd. Vitamine D komt in het dierenrijk voor als cholecalciferol en is betrokken bij enkele belangrijke biologische processen; zowel in de calcium- en botstofwisseling als onder meer bij de afweer en voortplanting speelt vitamine D een rol. Tijdens de voordracht wordt nader ingegaan op het metabolisme van vitamine D, de rol in de verschillende biologische processen en het verschil hierbij tussen mens en dier. Tevens worden enkele aanbevelingen gedaan om een vitamine D tekort bij mensen te voorkomen.

Levensbeschrijving, eveneens in eigen bewoordingen:
Herman Hazewinkel werd in 1949 geboren in Amsterdam alwaar hij zijn schoolopleiding voltooide. In 1968 ging hij in Utrecht diergeneeskunde studeren. Tijdens zijn studie deed hij een onderzoek naar de toepassing bij vogels van plaatosteosynthese bij humerusfracturen (= “mecano platen toepassen ter behandeling van gebroken bovenarmbotten”). Direct na zijn afstuderen in 1976 ging Herman werken in een koeienpraktijk in Middelharnis en daarna in een kleine huisdierenpraktijk in Breda, maar binnen een half jaar werd hij aangenomen op de Universiteitskliniek voor Kleine huisdieren van de Universiteit Utrecht afdeling orthopedie.
Hij promoveerde in 1985 op studies naar de invloed van calciuminname bij Duitse Doggen op de skeletontwikkeling. Overmatige calciumgehalte in het (zowel commercieel als thuisgemaakt) hondenvoer kwam toen veel voor, met alle orthopedische gevolgen van dien.
Hij werd in 1986 hoofd van de discipline Orthopedie en later Orthopedie-Neurochirurgie. In 1998 werd hij bijzonder hoogleraar van de leerstoel ‘Skeletontwikkelingsstoornissen bij gezelschapsdieren’ en in 2008 werd hij profileringshoogleraar ‘Regeneratieve geneeskunde van het bewegingsapparaat van gezelschapsdieren’. Dat bleef hij tot aan zijn emeritaat in november 2014.

Introducé(e)s zijn van harte welkom.

Graag vooraf bericht als u verwacht te komen.
Stuur daartoe een mail naar hwottevangers@yahoo.com.